Santiago de Compostela, internationaal pelgrimsoord

De stad Santiago de Compostela werd genoemd naar Sint Jacobus, één van de twaalf apostelen van Jezus. Volgens een legende werd deze heilige (in het Spaans: Santiago) in het jaar 44 in Jeruzalem onthoofd. Na zijn dood werd hij door twee van zijn discipelen in een stenen boot gelegd en dreven ze als vanzelf naar de Galicische kust. Daar werd het lijk tenslotte begraven aan de berg Libredón. Er ontstond een cultus, die in de derde eeuw vanwege de vervolging van de christenen door de Romeinen werd opgegeven.

Pas in 814 werd het graf ‘herontdekt’, waarna de koning Alfonso II van Asturië er een kapel liet bouwen, dat later in 899 door een preromaanse kerk werd vervangen. In 997 werd het door de Moren verwoest, waarna in 1075 de bouw van de huidige kathedraal werd begonnen.

Santiago de Compostella groeide in de eeuwen, die daarop volgden, uit tot één van de belangrijkste christelijke bedevaartsoorden van Europa. Pelgrims uit alle landen kwamen er -vooral in de Middeleeuwen- op af en trotseerden daarmee onderweg de grootste verleidingen en gevaren. Ze waren herkenbaar aan een tekening van een schelp, de zg. Sint Jakobsschelp, die in de wateren van Galicië veelvuldig voorkomt. Tegenwoordig duidt dat symbool de officiële weg er naartoe aan. Die weg staat bekend als de ‘Camino de Santiago’ (De weg naar Santiago).
De bijnaam van Santiago, Compostela, komt van het latijn ‘Campus Stellae, wat sterrenveld betekent. Volgens een overlevering was het een ster, die de plek van Sint Jakobus’ begraafplaats heeft aangewezen.

Bezienswaardigheden
- De kathedraal van Santiago de Compostela werd vanaf 1075 naar hetzelfde plattegrond als de San Sernin kerk in Toulouse gebouwd, wat op dat moment het meest tot de verbeelding sprekende romaanse bouwwerk van Frankrijk was. De laatste steen werd gelegd in 1122, waarna de kathedraal, geheel van graniet, werd ingewijd in 1128. Daarna volgde de bouw van de crypte en de zg. Pórtico de la Gloria in 1168. Veel later, in de zestiende en achttiende eeuw werd de basiliek uitgebreid en verfraaid. Daarom is de voorgevel -‘Obradoiro’ (Gouden werk) genoemd- barok.
- De Plaza del Obradoiro, genoemd naar de voorgevel van de kathedraal, is het centrum van de stad. Eraan liggen de belangrijkste bouwwerken: de kathedraal, het ‘Palacio de Rajoy’, het ‘Hostal de los Reyes Católicos’ en het ‘Colegio de San Jerónimo’.
- Het ‘Hostal de los Reyes Católicos’, voorheen ‘Hospital de los Reyes Católicos’ werd in 1486 in opdracht van de katholieke koningen gebouwd met de bedoeling om daar medische verzorging te bieden aan pelgrims. Tegenwoordig is het een ‘Parador Nacional’, een vijfsterren staathotel.
- Het ‘Palacio de Rajoy’, of ‘Pazo de Raxoi’ werd in de achttiende eeuw gebouwd als het bisschoppelijk paleis. Heden is het het gemeentehuis van Santiago.
- Het ‘Colegio de San Jerónimo’, of ‘Colexio de San Xerome’, werd in de zestiende eeuw gesticht door de aartsbisschop Alonso III de Fonseca opdat de armen er konden studeren. Thans is het een rectoraat.
Het ‘Palacio de Gelmírez’ of ‘Pazo de Xelmírez’ is een monument van burgerlijke bouwkunst uit de dertiende eeuw. Tegenwoordig is het het bischoppelijk paleis, waarvandaan de bisschop een directe toegang tot de kathedraal heeft.
- Het ‘Praza de Abastos’ is een markt, die in 1941 op de fundamenten van een eerdere uit 1870 werd gebouwd. Het is één van de vijf grootste overdekte markten van Spanje.
- Het benedictijnse klooster van San Martín Pinario werd oorspronkelijk in de elfde eeuw gebouwd. Het huidige gebouw is echter barok. Het is het grootste klooster van Spanje na dat van El Escorial.
Het ‘Plaza de la Quintana’, of ‘Plaza de Los Literarios’, zo genoemd naar het ‘batallón literarios’, een bataljon van studenten, dat tegen de bezetting van Napoleon vocht.
- Het ‘Casa de la Parra´ is een huis uit de zeventiende eeuw van de architect Domingo Antonio de Andrade. De naam van het huis komt van een reliëf op de voorgevel van een wijnstruik (‘parra’). De schoorsteen op het dak is typische bouwstijl uit de barokperiode van Santiago.
- Het ‘Casa de la Conga´ of ‘Casa canónica’ is van de hand van dezelfde architect. Het ligt tegenover het ‘Casa de la Parra’. Van oorsprong was het een huis voor de canonieken (‘canónigos’) van de kathedraal.